Column

Wilt u mijn wetenschappelijke kennis hebben? Please?!

04-11-2011 16:00

Het onderzoek dat ik doe is interessant. Het is relevant. Het is leuk. Het is vernieuwend. En ik wil het niet eens alleen voor mijzelf houden. Komt goed uit, want het delen van wetenschappelijke kennis met mensen of instanties buiten de wetenschap is hot. Dus ben ik eens een dagje contact gaan zoeken met mijn cultureel-maatschappelijke doelgroep. Vooralsnog lijkt slechts een zeer klein percentage geïnteresseerd in mijn kennis.

De betekenis van muziek ‘vermarkten’
Mijn onderzoek gaat over de religieuze betekenissen die mensen toekennen aan muziek. Ik bezoek concerten en interview daar gewone luisteraars, musici, organisatoren en recensenten. Bij dat laatste hebben religieuze betekenissen mijn bijzondere aandacht, maar die komen vaak mee in het hele verhaal dat mensen vertellen naar aanleiding van hun muzikale ervaring.

Geïnspireerd door de Valorisatieparade van het Rathenau-instituut afgelopen dinsdag, waar ik onder andere had geleerd dat wetenschappers niet te bescheiden moeten zijn, pakte ik de telefoon om eens in contact te treden met de muzieksector. Ik belde koren, orkesten, concertpodia, omroepen en een enkel festival, om te vertellen dat mijn onderzoek voor hen heel interessant kan zijn, maar ook om te horen of er bij hen wellicht vragen leven die zij door de wetenschap beantwoord zouden willen zien. Het doel: een oriënterend gesprek om te zien of we iets aan elkaar zouden kunnen hebben.

Mijn doelgroep heeft zijn eigen sores
De eerste resultaten zijn niet hoopgevend: slechts drie afspraken heb ik overgehouden aan een dag telefoneren. De meeste reacties tonen desinteresse, ongeïnteresseerd afwimpelen, botheid en niet goed luisteren: “We bellen wel terug”, “Oh nee, wij hebben niet zoveel met wetenschappelijke reflectie”, “Stuur maar een mailtje, dan zal ik wel zien wie daar bij ons iets mee kan” en “Als je student bent, moet je weten: worden plat gebeld door studenten die iets bij ons willen doen met muziek en beleving.”

Alom – dat wil zeggen: in de politiek, het bedrijfsleven en bij de onderzoekers – klinkt de roep dat het noodzakelijk is dat de universiteit de markt op gaat, maar deze eerste ervaring toont dat men daar in de kunstsector maar matig warm voor loopt. Hoe komt dat? Is het omdat deze sector ook andere dan alleen een winstoogmerk heeft? Is het omdat men er nog aan moet wennen dat de wetenschap de buitendeur open doet? Is het omdat de kunstsector vanwege de bezuinigingen op subsidies meer zit te wachten op geld om überhaupt te kunnen overleven dan op uitgenutte kennis? Over de redenen tast ik vooralsnog in het duister.

Kennisdelen moet je tweezijdig stimuleren
Toch onthult deze ervaring iets interessants: dat de pleidooien voor en discussies over wetenschappelijke kennisbenutting vooralsnog zijn gehouden aan, gericht op en gevoerd aan de universiteiten. Kennelijk wordt ervan uitgegaan dat het bedrijfsleven, waaronder ook tal van culturele en maatschappelijke instellingen, het belang of de winst van kennis direct ziet en met open armen op die kennis staat te wachten. Het is maar de vraag of die vooronderstelling terecht is. Zeker als je het veranderde imago van de wetenschap in onze laat-moderne netwerksamenleving in aanmerking neemt. Begrippen als objectiviteit, transparantie en verifieerbaarheid hebben aan betekenis ingeboet en zoals mijn promotor altijd zei: “de hoogleraar is al net zo’n klootzak als de rest”.

In de laat-moderne netwerksamenleving vergaren mensen hun eigen kennis bij elkaar. De status van de wetenschap, wetenschapper en wetenschappelijke kennis is niet meer die van vijftig jaar geleden. Hoewel affaires zoals die rond Stapel daar geen positieve bijdrage aan leveren, speelt dit proces al veel langer. Wie, kortom, het belang van wetenschappelijke kennisbenutting voor niet-wetenschappelijke doelgroepen wil duidelijk maken, moet zich die boodschap niet alleen richten tot de ‘zendende’ academie, maar ook tot de ‘ontvangende’ doelgroep. Zonder vruchtbare bedding kan immers niets bloeien.

Mirella Klomp is post-doc aan de Universiteit van Tilburg.