Voetbal

De Duitse finale bewijst het gelijk van het Rijnland model

25-05-2013 10:06

Voor het eerst in de geschiedenis staan in de finale van de Champions League twee Duitse ploegen tegenover elkaar. Beide clubs worden niet alleen om hun attractieve voetbal geprezen, maar vooral om het gevoerde financiële beleid. Halen de conservatieve langetermijndenkers, de pleitbezorgers van het Rijnlands model eindelijk hun gelijk op de vrijemarktdenkers?

Bayern München

Bayern München geeft steevast minder uit dan er binnenkomt en sluit het seizoen af met een begroting van maar liefst 400 miljoen euro. De club heeft concrete plannen die begroting op te schroeven naar een half miljard en is hard op weg de rijkste club ter wereld te worden. Het team behoud zijn sterkmakers en vervangt jaarlijks moeiteloos de zwakke plekken in de selectie.

Louis van Gaal

De vorige coach van Bayern Munchen, Louis van Gaal, mag graag beweren dat hij aan de basis stond van het huidige succes en daar kunnen we hem niet helemaal ongelijk in geven. Van Gaal is een coach van geduldig opbouwen en een langetermijnvisie, als er een trainer is die het Rijnlands model aanhangt, dan is het Louis wel, niet voor niets is hij sympathisant van het CDA. Hij bouwde bijna twee jaar lang aan het team dat nu de prijzen pakt met zijn opvolger Jupp Heynkes, zonder al te veel uit te geven. Hoewel Heynkes, misschien nog wel ijdeler dan zijn voorganger, het zelf liever niet hoort is het succes van dit Bayern ook het succes van het conservatieve beleid van van Gaal. En dat vinden we niet alleen in Nederland, ook oud-Bayerntrainer Felix Magath verdedigde onlangs deze stelling.

Borussia Dortmund

Borussia Dortmund stak zich in de jaren ’90 nog diep in de schulden om sportief succes af te dwingen. Hierdoor werd in 1997 de Champions League weliswaar binnengesleept, maar de Schwarzgelben kampten drie jaar laten met een schuld van meer dan 120 miljoen euro. Het decennium dat volgde leverde weinig sportief succes op, er werd nog een keer een Uefa Cup finale verloren van Feyenoord en in 2003 werden ze nog kampioen. Daarna ging het bergafwaarts, met een gevecht tegen degradatie en een uiteindelijke 13e plaats als sportief dieptepunt. De club investeerde wel in de eigen jeugd, en dat levert op. De zelf opgeleide Mario Götze leverde de ploeg niet alleen de sportieve successen van de laatste jaren op, Bayern München is ook nog eens bereid 37 miljoen voor de middenvelder neer te tellen. Daarnaast bleef het hondstrouwe publiek met ruim 80.000 man sterk de club ook in sportief zwaar weer steunen, wat niet alleen goed is voor de sfeer, maar vooral voor de clubkas.

Het einde van de ultrakapitalisten?

Luidt dit seizoen het einde in van de ultrakapitalisten? Markeert dit het einde van het Angelsaksische model, gericht op resultaat op korte termijn? Daar lijkt het wel op. Barcelona en Madrid, de Spaanse grootmachten met torenhoge schulden lagen beide al na de heenwedstrijd van de halve finales knock out in de hoek, Madrid stribbelde nog tegen in de terugwedstrijd en Barcelona liet zich andermaal vernederen door het superieure Bayern München. Chelsea, de club van het Russische oliegeld, won vorig jaar nog de Champions League, maar vloog er nu in de poulefase uit, de Uefa Cup gold voor de fans slechts als een troostprijs. In Nederland investeerde PSV een godsvermogen in nieuwe spelers, maar het op de jeugdopleiding gebaseerde team van Ajax pakte voor de derde keer op rij de titel.

Verplicht zwarte cijfers

Hoewel bovenstaand verhaal misschien wat opportunistisch lijkt – de koopzieken maken al jaren de dienst uit in Europa – wijzen niet alleen de resultaten in de Europese competities op een kentering. Vanaf volgend seizoen voert de UEFA namelijk het Financial Fair Play-systeem volledig in, Hierdoor mogen clubs slechts 5 miljoen euro schuld hebben over een periode van drie jaar, wat beduidend minder is dan de huidige schuld van FC Barcelona (442 miljoen Euro) of Manchester United (826 miljoen euro). De vraag is of de soep zo heet gegeten wordt als hij wordt opgediend, maar de spierballentaal van de UEFA bestuurders die ‘best Europese grootmachten uit de competitie durven te zetten’, doet enige dadendrang vermoeden.

Bovendien zette Manchester City, het huidige symbool van het grote geld in Engeland, anticiperend op de nieuwe regels de te dure spelers op de transferlijst. Hoe streng de UEFA echt gaat handhaven moet nog blijken, en er zullen ongetwijfeld mazen in de wet gevonden worden, maar het is duidelijk dat clubs met een financieel gezonde langetermijnvisie de komende jaren meer kans krijgen op de prijzen dan de laatste vijftien jaar.

En voor wie moeten we nu zijn?

Maar voor welk team moeten we vanavond nou juichen, als we al zouden juichen voor Duitsers? Er zijn gelukkig nog genoeg tegenstellingen om een voorkeur te hebben. Borussia Dortmund is een echte volksclub uit het relatief arme Ruhrgebied, de deelstaat Nordrhein-Westfalen kent een voor Duitse begrippen hoge werkloosheid van 8,4%. Als een speler echt excelleert in het geel-zwarte tricot, zoals Mario Götze, dan speelt hij het volgend seizoen voor een transfersom van 36 miljoen euro bij Bayern München. Tragisch genoeg moet Götze zelf door een blessure de kroon op zijn carrière bij Dortmund missen. De fans uit het rijke Beieren, met een werkloosheid van slechts 3,9% hoeven minder bang te zijn dat de sterren van FC Hollywood worden weggekocht. Bayern München mag het huishoudboekje dan wel op orde hebben, boze tongen verwijten de club hypocrisie, omdat Beierse bestuurders klagen over te weinig concurrentie in de nationale competitie, terwijl ze jaarlijks de concurrent leegkopen.

Robben

Het antwoord lijkt dus simpel, we zijn voor David en niet voor Goliath, voor de eigen jeugd en niet voor de supersterren, we juichen – of applaudisseren in ieder geval – voor de underdog vanavond. Maar dan vergeten we Arjen Robben. Behalve dat een beetje chauvinisme ons überhaupt niet vreemd is, staat de man symbool voor het Rijnland model: Bayern verkocht hem niet toen hij geblesseerd terugkwam van het geforceerd gespeelde WK in 2010, hij werd niet weggestuurd naar de ruzie met teamgenoot Ribery en de verwijten over zijn egoïsme. Hij mocht zelfs blijven nadat hij vorig jaar door een gemiste strafschop in de Champions League-finale het verlies van Bayern inleidde. Hij mocht blijven, want ze wisten in Beieren dat ze hem ooit nog konden gebruiken. Zijn vorige clubs Real Madrid en Chelsea, clubs van het Angelsaksische model, zetten hem al aan de kant voordat hij echt kon excelleren, Bayern deed dat niet.

Gary Lineker

Natuurlijk mogen we blij zijn dat een Nederlander vanavond de finale speelt, en natuurlijk zou het goed zijn als er een einde komt aan het maniakale financiele beleid van Europese clubs. Maar een volledig Duitse finale, met een onvermijdelijk Duitse winnaar, blijft voor de rest van Europa moeilijk te verkroppen. De Engelse oud-international Gary Lineker vatte in 1990 de frustratie die de de rest van Europa vanavond weer zal voelen al perfect samen in de beste voetbalanalyse allertijden:

Football is a simple game: 22 men chase a ball for 90 minutes and at the end, the Germans always win.